De Congregatie van de Zusters van Sint-Vincentius
Deftinge
Ontstaan
Op 31-jarige leeftijd werd Johannes Van Damme in 1829 de nieuwe
dorpspastoor van Deftinge en onder druk van de geestelijke en tijdelijke
ellende uit die tijd werd deze herder onbewust een man met initiatief en
veel durfkracht. Hij was ervan overtuigd dat een degelijk onderwijs een
onontbeerlijke factor was in de bewustzijnswording als mens en als
christen. Toen de omwenteling van 1830, samen met de onafhankelijkheid,
de vrijheid van onderwijs en vereniging afkondigde, richtte pastoor Van
Damme zijn "armenschole" op.
Bekommerd om het lot van zijn jongste parochianen, wilde hij de jeugd
beschaafder, gehoorzamer en godvruchtiger opvoeden. Door hun tijd zinvol
te besteden aan het spinnen, waarbij ze ook nog iets verdienden, konden
ze terzelfdertijd genieten van elementair onderwijs.
Zijn plannen om zijn school in Deftinge te beginnen konden uitgewerkt
worden met subsidies van het armenbestuur maar vooral dankzij Louisa De
Sterke, die het onderwijzen als een roeping aanvoelde, en hierdoor een
opvang verzekerd zag voor de verwaarloosde kleinen uit de parochie. Op
18 mei 1832 was de school voor de kinderen een feit en de bijval was
enorm.
Op 16 december namen twee jonge juffrouwen hun intrek in de "armenschole"
en deze kleine gemeenschap vormde de kern van een nieuwe geestelijke
familie. Nog voor het einde van 1833 werd ook de bediening van het
hospitaal toegewezen aan het vrome genootschap van Louisa De Sterke.
Op 12 december 1836 kwam de nieuwe kloosterlijke levenswet in voege en
op die dag namen de drie stichteressen en drie postulanten de
geestelijke kledij en hun kloosternaam aan.
De overste, Louisa De Sterke, werd Moeder Engelberta en een nieuwe
Congregatie onder de bescherming van de H.Vincentius à Paulo kende zijn
ontstaan.
 |
 |
Johannes Van Damme
Pastoor van Deftinge
Stichter van de Congregatie |
Eerwaarde Moeder Engelberta Stichteres van de Congregatie |
Bloei
Op 27 januari 1840 verscheen het koninklijk dekreet dat hun officiële
erkenning uitvaardigde en hierdoor was de jeugdige kloosterfamilie zowel
op burgerlijk als op geestelijk vlak voldoende uitgerust om zich verder
te ontwikkelen. Toen Pastoor Van Damme in 1832 met Louisa De Sterke en
haar twee gezellinnen begon, reikten hun gedachten waarschijnlijk niet
verder dan de grenzen van Deftinge.
Een vrij algemeen verschijnsel uit de kloostergeschiedenis, namelijk:
een groter aantal Zusters dan vereist om in de noden van
kloostergemeente te voorzien, ligt aan de basis van een verdere
uitbreiding van de Congregatie. Op vraag van de pastoor van Ninove
vertrokken immers begin 1841 twee zusters ,waaronder één van de
stichteressen, voor het inrichten van een leerschool in Ninove.
Toen in 1844 ook nog een aanvraag aankwam uit het andere einde van het
bisdom, namelijk uit Temse, kon ook daar een nieuwe communiteit gesticht
worden. Een Moederklooster en twee bijhuizen vormden de nieuwe
Congregatie en vanaf 1845 werden stappen verder gezet richting bisdom
West-Vlaanderen, waar in een tijdspanne van 8 jaar vijf bijhuizen werden
gesticht.
Het evenwicht tussen de bisdommen Oost- en West-Vlaanderen werd tussen
1855-1858 hersteld door drie stichtingen in Oost-Vlaanderen.
In 1858 achtte Mgr. Delebecque het raadzaam het bestuur van de
Congregatie los te schakelen van het pastoorsambt van Deftinge. Het
geestelijk bestuur behoort voortaan aan een priester door Z.H. de
Bisschop aangesteld.
Na het wel en wee gedurende de woelige jaren van de schoolstrijd
1879-1884 begint voor de Congregatie een periode van dertig jaar
vreedzame maar tevens snelle ontwikkeling.
Het Moederklooster bleef tijdens de Eerste Wereldoorlog gespaard van
andere dan de voor bijna iedereen uitgestane angsten en ontberingen. Hun
enige opgelegde oorlogslast was het verlenen van onderdak voor de
Geraardsbergse weesjes.
Tussen de twee oorlogen drong de dubbele, maar ook lastige taak zich op
voor de heropbouw uit de puinen van de getroffen affiliaties en de
aanpassing aan de nieuwe tijd. Ook de oorlogsjaren van de Tweede
Wereldoorlog waren een tijd van zware beproeving.
Op het einde van de jaren vijftig telde de Congregatie niet minder 30
bijhuizen en naast het onderricht van de jeugd belastte de Congregatie
zich ook met enkele caritatieve werken, zoals de bediening van twee
hospitalen, een kliniek met materniteit en een kleuterhuis. Het
belangrijkste bijhuis van de Congregatie was ongetwijfeld dat van Temse
.
Met enige rechtmatige fierheid kunnen de Zusters stellen dat er onder de
vroegere kwekelingen van talrijke religieuzen ook priesters en
missionarissen opgroeiden.
Men begrijpt de hoge vreugde van de Congregatie wanneer een oudleerling
uit Temse, priester Edward Poppe, in 1999 wordt zalig verklaard. Zijn
eigen zuster trad eveneens toe tot de Congregatie en werd er Zuster
Mechtilde.
Ter gelegenheid van de zaligverklaring van priester Poppe richtte de vzw
Parochiale Werken van Temse in samenwerking met het Gemeentebestuur van
Temse een monument op, links van de hoofdingang van de
Onze-Lieve-Vrouwekerk van Temse, doopkerk van Edward. Het is een
figuratief levensgroot beeld van priester Poppe met als achtergrond een
bas-reliëf dat zijn betekenis uitbeeldt, gedragen door vier schilden
(Zusters van de H. Vincentius a Paulo van Deftinge, Broeders van Liefde,
Temse Voorwaarts en de Eucharistische Kruistocht).
De onthulling van het monument was op 29 april 2000. Zowel in de
geschiedenis van Deftinge als in het godsdienstig verleden van de
kerkgemeenschap heeft de Congregatie reeds een onschatbare bijdrage
geleverd.
In okober 2012 vierden de Zusters van Sint-Vincentius à Paulo hun 180
jarig bestaan in het dorp.
|
 |
Het Moederklooster van de zusters van
Sint-Vincentius à Paulo in de Kerkstraat te Deftinge. |
Bron:De Congregatie van de Zusters van Sint-Vincentius te Deftinge: Maur.
De Meulemeester 1952 (uit het Nieuwsblad van oktober 2012)
In 1853 stichten twee
zusters van Sint-Vincentius à Paulo een meisjesschool in de
Driekerkenstraat in Bissegem.
Sindsdien verblijven er zusters van Sint-Vincentius in Bissegem. Het huidige klooster in de Driekerkenstraat
werd in 1901 opgetrokken.
|